Hier sta ik

dansen en vechten met Maarten Luther

Een monoloog over vriendschap en verraad, God en het geweten, de duivel en de vrije wil – voortgedreven door het verlangen naar wat ooit genade werd genoemd.

Als men danst is er geen zweem van droefheid;
maar als men vecht, dan is er vrees en spant men zich in tot het uiterste…
Maarten Luther

Maarten krijgt een brief van zijn jeugdvriend Olaf: ‘Als je dit leest, ben ik er niet meer.’ In de brief doet Olaf een verzoek aan Maarten om tijdens de begrafenisplechtigheid te spreken. ‘Je zult wel verbaasd zijn, dat ik je dit vraag, maar jij bent de enige, die ik ken, die iets met God heeft. Of hoor je niet meer bij die club?’
De herinnering aan zijn verloren vriendschap met Olaf brengt Maarten op het punt, dat hij zich moet uitspreken: ‘Waar sta ik?’
En ondertussen speelt het draaiorgel – ergens tussen kerk en straat.

Deze voorstelling is gemaakt ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van de Evangelisch Lutherse Gemeente in Utrecht.